met tradties die verdwijnen lijkt ook de sociale verbondenheid het loodje te leggen

De zon was al op, nou ja, zon?
Het was licht. En op straat was het heel stil toen ik de deur achter mij in het slot trok. Een stevige wind in het gezicht, niet koud, wel guur beende ik naar de kerk. Zondag en ook oudjaarsdag.

Acht jaar geleden was ik hier komen wonen, in dit dorpje in de Limburgs heuvels. Een glooiend landschap met nog veel landweggetjes waar je her en der kapelletjes vindt, en kruisen, wegkruisen, heiligenbeelden, moordkruisen; allemaal ornamenten van het katholieke geloof.
Nou ja, meer herinneringen aan een katholiek verleden.

14 over negen wees de kerkklok. Net op tijd om nog even te groeperen met de koorzangers. De kerk banken waren nog leeg. Vanaf de smalle wenteltrap naar boven naar het orgel zag je nog beter hoe stemmig de kerk versierd was met de enorme verlichte kerstboom achter op het altaar en de grote traditionele kerststal in de hoek rechtsvoor.
Alleen daarom al zou je toch even een kijkje in de kerk kunnen nemen.

“Ben ik de laatste, zoals vaak?”
Nee Johan moet ook nog komen. En de gelegenheidsorganist is er al
Net op dat moment klonken de eerste orgeltonen door de kerk.
“ik kom alleen maar hier voor de muziek”
schoot het me door het hoofd.
Ook vroeger, meer dan 50 jaar geleden hield ik stil bij elke kerk als daar muziek uit opklonk naar buiten. Oefenden organist of andere muzikanten terwijl de kerkdeuren openstonden, dan bedacht ik mij niet lang en schoof stilletjes in een van de lege kerkbanken.

“Waarom staan we eigenlijk hier?” ginnegapten wij koorleden onder elkaar.
“Zie jij beneden al iemand of zingen we vandaag alleen voor de pastoor?”
Bij ieder geluid onder ons boog een van ons zich over de balustrade om te zien of er gelovigen kwamen.
We hadden moeite om niet baldadig te juichen ten er warempel iemand plaatsnam. Mevrouw Smeets, een trouwe gelovige.
Weer meenden we de zware kerkdeur te horen maar nee… loos alarm.

“Is het al half 10?”

“Nee nog niet, nog 5 minuten.” We stonden allemaal klaar met een rood boekje gezangen in de hand. “Ja!”, zei Marja. “Wat? We hebben een evenwicht?”
“Huh?”

“Er zitten er 15 beneden.”
“Dus net zo veel als hier boven.”


Het belletje klonk, de pastoor verscheen. Knap toch hoe zo’n man net zo toegewijd kan spreken voor een volle als voor een haast lege kerk.
en het koor zingt ere zij God, u bent van harte uitgenodigd om mee te zingen , bladzijde 71 in het boekje.”

Boven keken wij elkaar lachend aan…. we wisten dat mensen ons graag horen zingen, maar meezingen? Ho maar.
Als het om zingen gaat zijn Nederlanders, ook Limburgers dus, een laf volkje. Ze zijn zo bang om af te gaan, dat ze zichzelf en de ander er maar al te graag van willen overtuigen dat zij echt niet kunnen zingen.
Als je dan langs je neus weg vraagt of ze wel eens meezingen met de radio? “O ja, heerlijk, ik heb de radio altijd aanstaan” Jokkerij dus, of… nou ja ergeren helpt niet. Maar wat helpt wel?

De pastoor is uitgesproken en er zijn al wat gezamenlijke gebeden gepreveld. De hostie wordt uitgedeeld, we vullen de ether op met nog een gezang.

Tussen de gezangen in komen herinneringen in mij boven. Geen dag zo goed voor mijmeringen als oudjaarsdag.
Hoe mijn dochter Karolien me ongelovig had aangekeken toen ik 7 jaar geleden vertelde dat ik die zondagochtend bezet was omdat ik moest zingen in de kerk.
“Huh? Jij? In de kerk? Je bent toch niet gelovig? Of ga je je nu ook laten dopen.?”
Het had haast als een verwijt geklonken.

“Waar maak je je druk om? Ze zijn hier muzikaal. Iemand had gehoord dat ik zangervaring had en vroeg of ik mee wilde zingen in het koor. Ik heb toen geaarzeld. “Ik ben niet gelovig, zelfs niet gedoopt.”
Maar dat vond niemand een bezwaar. Het was zelfs niet erg als ik niet steeds zou meezingen in de zondagse kerkdiensten. “U bent echt zeer welkom, kom gewoon een keer vrijblijvend”

Dat is intussen 8 jaar geleden, in het voorjaar.

Een kerkkoor, dacht ik toen, ik weet het niet. Met mijn ervaring in een groot operakoor had ik mij in een van mijn vorige woonplaatsen ooit gemeld bij een oratoriumkoor. Het duurde niet lang voor ik daar weer snel vanaf ging, niks voor mij. De mensen waren vriendelijk geweest, daar niet van. Maar die sfeer, zo benauwend.
Maar ja , dat was toen. Na een van de volgende verhuizingen dompelde ik me onder in een koor dat vooral Russisch-orthodixe gezangen instudeerde.

Dus toen het 8 jaar geleden kerstmis werd en ik in Zuid-Limburg het zingen miste en snakte naar wat meer kerstsfeer, trok ik de stoute schoenen aan. Ik liep de straat uit richting kerkplein, naar de nachtmis, om te luisteren maar vooral ook om te zìngen.
Benedictus was thuis gebleven. Grappig natuurlijk want hij is per slot van rekening wèl gedoopt en goed katholiek opgevoed.
De kerk was afgeladen vol. Ik kende nog niet veel mensen. Maar hoe gaat dat in zo’n klein dorp, zij kennen jou al wel snel!
Ik bleef bescheiden staan achterin, maar ik werd gewenkt. Er werd van verschillende kanten gebaard dat er plaats voor mij was.
Een beetje schuchter schoof ik op het einde, of begin? van een kerkbank.
Het was warm in de kerk, en prachtig, feestelijk kon je ook wel zeggen.

Mijn herinnering aan die avond is, dat ik verrast was door de de kwaliteit van het koor in dit kleine dorpje. Een dorpje van slechts 500 inwoners…. het overtrof mijn verwachtingen. Het klonk niet alleen zuiver maar echt mooi. Er werd nog meegezongen in de kerk. Iemand stootte mij aan ” u moet bij het koor gaan.”
De eerstvolgende repetitieavond, in het nieuwe jaar, was ik present. Ik viel in een warm bad. Het duurde niet lang of ik dacht bij mezelf, ” wat maakt het ook uit, ik kan ook op de zondagochtend meezingen. Zingen is gewoon heerlijk. Welbeschouwd kun je je afvragen of de klassieke muziek, de meerstemmigheid de akkoorden niet grotendeels te danken zijn aan de religieuze riten in Europa.”

Ik ondervond ook de sociale verbondenheid waar het kleine oude kerkje hier in het dorp nog een zichtbare rol in speelde.

Geïnteresseerd als we waren verdiepten wij ons samen in alle traditionele feesten in het dorp en de omringende dorpen. We – inmiddels zongen we beiden – hoorden in de nazit van de koorrepetities schitterende verhalen. Er werd veel gelachen maar er was duidelijk ook al het een en ander verdwenen. Het moderne leven brengt veel maar, zoals de zee, het neemt ook veel.

Vastelaovend hadden we al gadegeslagen, een carnavalsmis zelfs. Dat wil zeggen een mis op de zaterdagavond waar alle mannen die zo’n steek met lange fazantenveren dragen op de voorste banken zitten maar:
teleurstellend de liederen die speciaal voor hen bestemd zijn al niet meer durven (of kunnen?) meezingende. Er zijn heel wat feestelijke avondsessies voorafgaande aan de drie feestdagen, de stoet door het dorp met jawel Praalwagens en een heuse lichtstoet op een der avonden. Alles werd ons wekelijks aangekondigd door een eenvoudig dorpsblaadje in de brievenbus. Doop, communie, overlijden en geboorte … iedere inwoner wordt op de hoogte gebracht. Vergeet ik nog bijna de indrukwekkende uitvoeringen van de harmonie en de dansgroep.

Pasen…. met de geelversierde kruisen en bloemboeketten langs wegen en op vensterbanken, weer later het oude ritueel om vruchtbaarheid af te roepen over de akkers: op Hemelvaartsdag de den die gekapt en gehaald wordt door de jonkheid (de ongetrouwde mannen) onder aanvoering van de pastoor en feestelijk opgezet op het plein door slechts de mannen. Hoe het vakmanschap werd doorgegeven door eerst de oude al of niet getrouwde mannen te laten werken bij het opzetten. Het gaat kundig geheel met mankracht, volgens traditie, uiteraard onder het genot van biertjes. De vrouwen verzamelen zich ook op het plein en er wordt heel wat gekletst en gelachen.

Weer wat verder in het voorjaar. In verschillende straten zijn door buurtbewoners gezamenlijk bogen opgetrokken om het heilige te eren. Op de bogen zo mogelijk een spreuk.

De opmaat naar de bronkprocessie: Zondagochtend om 5 uur wordt iedereen gewekt door een trompetgeschal en een trom door de straten. Aan de slag: bloemen, vlaggen en vaantjes in kerkelijke kleuren worden van stal gehaald. Na een korte kerkdienst stelt de lange stoet zich op. Flambouwen, baldakijn en draagbaren met heiligenbeelden worden onder de mannen verdeeld. Vaandeldragers worden aangesteld; alle oude verenigingen dragen de naam van een heilig. De sfeer s vrolijk, opgetogen. Mensen zien er picobello uit.

Begeleid door de onder andere harmonie en het kerkkoor trekt al wie lopen kan plechtig eerst door de paar straten waar prachtge bijzondere mergelzand-figuren en bloemtapijten in het midden van de rijweg liggen. Rozenblaadjes worden gestrooid.

De stoet moet opletten er niet bbvenop te stappen terwijl de heiligenbeelden en vele vaandels van de verenigingen worden rondgedragen onder begeleiding van de drumband of een stemmige melodie van de Harmonie versierd zijn, en niet te vergeten de groep biddenden Wees gegroet Maria vol van genade…… Wie niet meeloopt staat langs de kant. De communikantjes zijn aandoenlijk en doen hun plechtige werk met bloemetjes bij elk altaar dat onderweg wordt aangedaan.

De vlaggen hangen uit, de dorpsvlag, de Limburgse vlag en de vaantjes die behoren bij zo’n kerkelijk gebeuren.


Na een rondgang door de straten vervolgt de stoet haar weg over de landweggetjes rond het dorp en houdt pas weer stil bij het verstafgelegen hoekje van het dorp. Ook daar bij een altaar om te eren te brengen met gebed, met wierook en zang en zelfs saluutschoten.

Als Bert Haanstra het geweten had, had hij het zeker verfilmd. We wanen ons in een ander tijdperk en toch in het heden. Niet verkeerd. Folklore? Ja ook maar de overtuiging voor de echte beleving was toch ook nog voelbaar en toerisme en commercie zijn onzichtbaar.
Kortom, een echt feest. Bij het laatste altaar op het kerkplein wordt wordt door allen luidkeels gezongen “o sterre der zee” en spontaan vatten de jongelingen elkaar bij de hand voor de reidans, de cramignon. Het dorp komt samen in muziek, in en om de harmoniezaal komen alle inwoners elkaar tegen.
Het hele jaar hangt van feesten aan elkaar, het is haast vermoeiend. Te veel voor een stelletje Hollanders misschien.
Maar we zijn er nog niet er is nog een weidefeest met een tractorenoptocht door het hele heuvelland, een kersenfeest waar de oude tradities nog teruggeroepen worden en er traditionele lekkernijen gebakken en gedronken worden. Dorpen verenigen zich op zulke bijeenkomsten.

Klaar?
eh nee, er is een eigentijds luidruchtig muziekweekend voor en door jongeren in augustus en na een wat rustige zomertijd maken ze zich op voor Allerzielen en Allerheiligen , een mis op de zondagmiddag krijgt een vervolg in een stoet die zich naar het kerkhof begeeft. De graven zijn allemaal gepoetst en het is een bloemenpracht.
Het jaar gaat op december aan.

Als ik terugloop naar huis, voel ik mij toch wat treurig om de teloorgang van de gebruiken. Natuurlijk, het geloof is niet meer wat het geweest is. Velen voelen zich ook bevrijd van de druk die ze voelden vanuit de kerk, sommigen zijn achteraf zelf een soort van boos.
En toch…. gooien we niet het kind met het badwater weg? Moet je mij nu toch horen; de ongelovige notabene.

In die luttele 8 jaren hebben wij “de Hollanders” al zoveel zien verdwijnen. Het kind van het badwater…. misschien toch een beetje dat kindje in de kribbe? Het kindje dat ons mensen wees op het belang van vergeving, van tweede kans maar vooral op de kracht van samen…. het schrille contrast met de ik-samenleving van 2023.

  1. De behoefte aan een intieme feestelijke sfeer in de donkere decemberdagen. Er wordt minder stil gestaan bij de oorsprong van de feesten en des te meer gedaan aan de bijbehorende kerstversiering.
    Nooit eerder waren er zoveel lichtjes in de staten, werden er zoveel verlichte en glimmende zaken aangeschaft in de tuincentra.
    Maar nu de school verdwenen is, het kerkkoor nog goed zingt maar oud is en ernstig uitgedund, de harmonie snakt naar jonge aanwas, de kerk geen geloof meer heeft en dus niet meer velen samenbrengt weet je dat de eenzaamheid groeit.

    Tijd voor een nieuwe bezieling in de kerk. Kerkbezoek hoeft geen plichtsgevoel te dienen maar moet weer een bron van vreugde zijn. Dat moet toch kunnen? Zelfs voor ongedoopten en mensen die al die heilige tradities maar onzin vinden. Het is immers toch de christelijke gedachte die onze normen en waarden gestalte gaf, ons rechtsstelsel zelfs, onze staatsinrichting ook. Dat mag en moet misschien ook wel, gekoesterd worden.

    Juist zo’n feest van lichtjes en muziek, als Pasen en Kerstmis biedt de mogelijkheden om ook ongelovigen te verleiden tot kerkbezoek.
  2. Mijn droom:

Er is haast een jaar weer voorbij. Het is herfst de eerste pepernoten zijn weken geleden al in de winkels neergelegd.
Er is veel gebeurd.
Door een donatie van een ongeruste inwoner gleed er in alle brievenbussen een blaadje vol oproepen.
Een provisorische dorpsraad was tot stand gekomen.
Daarin zaten ment name mensen die nog energiek waren maar vooral ook vanouds geworteld in het dorp.

Uiteraard zaten daar wat leden van de Harmonie en de drumband bij. De muziekverenigingen wareb al ruim 100 jaar de spil van dorpsactiviteiten.
Niemand had zich laten ontmoedigen door uitspraken als:
“jonge mensen hebben het nu eenmaal druk/ het leven is veranderd…..”

integendeel ze keerden het om:
“jonge mensen maken zich vaak te druk ze hebben behoefte aan een ander leven.”
“Jaja”, schamperde iemand, “om zichzelf op nieuw uit te vinden zeker. Depessiviteit onder jonge mensen komt toch ook door eenzaamheid met doppen in je oren. Onafgebroken aanstaan op je mobiel. We moeten overtuigen prioriteiten stellen, daar gaat het om. Thuis heb het vaak over prioritijd…ja met een lange ij en een d!!!, als je snapt wat ik bedoel.

Verwijten? Nee die waren er niet. Het startpunt was hoop.
Giel…. een oude boer en natuurliefhebber had gezegd… Geen mans van onder de 30 heeft gezien hoe rijk het land hier vroeger was. We joegen op patrijzen, er liepen hazen, en fazanten. De percelen waren begrenst met hagen die ruimte kregen. In de bermen groeiden spontaan wilde bloemen. Vlinders waren niet bijzonder en het aantal vogels niet te tellen. We zochten wilde champignons in de weilanden. De reeën werden niet opgejaagd door honden. Uilen vonden nog nestplaats in oude bomen. De koekoek liet zich elke lente horen.

De twee jongste leden van de nieuwe Dorpsraad, Sjanneke en Sjeng hadden beteuterd gezeten. Is dat echt zo kort geleden? Het klinkt als een paradijs.
Ja dat was het ook. Maar wel een arm paradijs misschien.
Hoe komt dat?
Ruilverkaveling zuchtte de oude garde aanwezig.

“Nou mensen,” sprak de oude Mia kordaat. “Het is hier gegaan als overal. Met nieuw kon verdiend worden, indruk gemaakt en achteraf zie je dat je te veel hebt weggegooid. We hebben wat te repareren.

Wat denken jullie van het vormen van werkgroepen?
Ik dacht zo: werkgroep Bronk 2.0 ….. gezellige bijeenkomst van te voren in de zaal. Nadrukkelijk ook voor jonge gezinnen… korte uitleg over de traditie.
workshop mergelfiguren maken
workshop nieuwe boog optuigen

workshop vaantjes maken

workshop bloemkunst

werkgroep voortuinen

bijeenkomst groen moet je doen

steen eruit groen erin….(hoe dan?) lief zijn voor je kleinkinderen
wedstrijd natuurvriendelijkste tuin/ insectvriendelijkste tuin/ eetbare tuin/
voor kinderen: de hoogste zonnebloem de mooiste vierkante meter

workshop koken zonder winkel
een stekkies ruilmarkt en in de zomer een markt van jammetjes en andere eetbare huisvlijt”

“Wacht effe. Maar we waren er toch om oude tradities te beschermen? “

“Word wakker, het is tijd voor een herontdekking van het mooie van vroeger! Niet alles was goed maar ook niet alles was slecht.”

“Dat is waar natuurlijk”, nam Frans Meertens het woord over. Hij was een jonge vader en had. Hij woonde sinds twee jaar met zijn vrouw en dochtertje in de Klompenstraat. Zijn Limburgse wortels hadden hem terug naar huis gevoerd na zijn studie in Utrecht.
“Ik zat meer te denken aan Sint Maarten met lampions, dat moet hier vroeger toch ook gevierd zijn?
Lastig, we hebben tegenwoordig natuurlijk de 11de van de 11de die hier oppermachtig is.
lampionnenoptocht dus…en lampions maken voor jong en oud en de school vragen om liedjes aan te leren…. of het koor en de harmonie.”

Annie zwaaide met een hand in de lucht: “Wacht jullie zijn nu al met november bezig maar Pasen.
Vroeger was hier een pastoor die de kinderen in zijn tuin liet eieren zoeken.
Als we nu eens door het hele dorp in de voortuinen eieren verstoppen en een mooie paaskrans maken / verkopen voor het goede doel.
De kinderontspanning kan wel wat extra geld gebruiken.”

Elly ging staan. “Mensen kerst… dat is een feest voor iedereen. Kerst en kerstvakantie daar ontkomt niemand aan. Daar ligt een enorme kans. Maar het is een zaak van planning en samenwerken met àlle verenigingen die we hier kennen. Met alle bedoel ik dat oude en nieuwe inwoners meedoen, jong en oud en dat de term “hollanders” niet gebruikt wordt. Het gaat om de eendrachtige samenwerking, de eenheid. Gut moet je mij nu horen \. Maar echt Plannen betekent op tijd beginnen luister.…”

en zo was het gekomen:
In de laatste week van september zat de vrouwenvereniging bijeen en inventariseerde de mogelijkheden om samen prachtige dingen te fabriceren voor een kerstmarkt.
Al snel kwam naar voren dat het niet louter een zaak van vrouwenhand mocht zijn.
Op verschillende tijden in de week zou er gezamenlijk geknutseld kunnen worden. Er werd hulp ingeroepen van de mensen van het repaircafé, van de vluchtelingen die in het dorp les krijgen,
er werd ruimte bedacht om materialen en eindproducten op te slaan
vogelhuisjes, sieraden, houten kerstbomen, kerstmutsen en sjaals boomversiering, kerstkransen, kaarsen, servetten, tafelkleden, verlichte huisjes, kerstkaarten, kerststalletjes van hout en allerlei materialen en ga zo maar door. Een grote stormvaste kerststal voor op het plein van de harmoniezaal.


Via een speciale website www.ikkeldermetonsallen.nl bleef iedereen op de hoogte en groeide het enthousiasme. Zelfs de grootse pessimist werd aangestoken door het geloof van de optimisten.
Zelfs een verhalenwedstrijd kwam op het programma. Iedereen kon ze lezen en een cijfer geven. De drie beste verhalen zouden worden voorgelezen tijdens de kerstviering.
Er werden kleine kerstensembles gevormd voor Ikkelder zingt en speelt …. Er waren prijzen te winnen voor zang en muziek.
Wat niemand voor mogelijk had gehouden gebeurde. Bewoners maakten tijd en kwamen elkaar vaker tegen op straat.

En een wandeling werd bedacht. We kunnen niet wegblijven bij de kribkeswandelingen…we sluiten aan. Maar dan wel op Ikkelderwijze.
De pastoor is bereid mee te helpen door kerststallen beschikbaar te stellen. Huis aan huis werd gevraagd om mee te doen, “heeft u plaats voor een stalletje?”

Ondertussen was er een werkgroep bezig et het zoeken naar kerstvertellingen en liederen uit de hele wereld om die op de een of andere manier bij de verschillende kerststallen aan wandelaars over te brengen.
Een kerststallenswandel-rally was ook in de maak voor gezinnen met kinderen en iedereen die een frisse neus moet halen in december.
Kortom het dorp begon te bruisen en het gonsde steeds harder naarmate kerstmis dichterbij kwam.


De kerstmarkt

De eerste zondag na Sinterklaas was het zover:

Bij de 2 hoofdingangen van de Dorpsstraat stond een boog stemmig versierd en verlicht.
In de plaatselijke pers en media was alles aangekondigd.
Voor de ingang van de zaal stond een gezelschap in Dickenskledij kerstliederen te zingen met en in afwisseling met muzikanten van de harmonie. Er was ook een modernere groep met swingende Amerikaanse kerstliederen.

Ook stond er een wafelbakker en waren er koekjes en andere lekkernijen te koop. Het zag er allemaal zo mooi uit.
En natuurlijk was er ook iets lekkers te drinken koffie of een beker chocolademelk of glühwein. Voor een keer een feeststemming zonder bier.
In de harmoniezaal waande je je in een winterpaleis met een betoverende kerstmarkt. Het aanbod had ieders verwachtingen overtroffen. Was het niet te veel? Zou het allemaal wel van de hand gaan?

Er was een prachtig boek te koop Kerstmis voor en door Ikkelder. met de kerstverhalen die waren ingeleverd. Verschillende kunstenaars hadden er zelfs illustraties bij gemaakt. In de voorintekening waren er al 150 boeken verkocht. Wie vandaag mis zou grijpen kon zijn naam opgeven en was verzekerd van aflevering nog voor kerstavond.

Elk uur werd er even stilte gevraagd door 2 leden van de jonkheid verkleed als Notenkraker samen met een prachtige tune van een trompet en een tamboer. Dan lag de verkoop even stil. De aandacht was voor 1 kerstverhaal voorgelezen door een van de kinderen. Naast de voorlezer een schaal voor de vrije gave.


Op het plein voor de kerk stonden prachtige kramen rond de hoge kerstboom en op de weg naar boven richting de kerk en op het plein van de kerk.

Een arrenslee met belletjes op wielen met een levensgrote Rudolf met rode neus papier-maché stond op een onderstel van wielen voor een euro kom je van de zaal naar de kerk glijden. Op het kerkplein stonden verschillende koren te zingen en een koperkwartet te spelen.
Bij de ingang lagen gekleurde kaartjes in de vorm van bal of ster of engel om een wens op te schrijven die je dan binnen in de grote kerstboom kon hangen.

In de kerk was het prachtig verlicht en versierd Alle stalletjes die kinderen thuis gemaakt hadden stonden er opgesteld. De bezoekers bij de uitgang aangeven welke stal volgens hen de mooiste was.

Buiten de kerk stond al wel een stal met een os en een ezel, schapen…en een lege kribbe want het kerstkind lag er natuurlijk nog niet in.

Bij de kerkdeur lag de route voor de kerststallenswandel-rally erbij. Wie vandaag in de kerk inleverde kreeg een bon voor een gratis wafel en een beker warm vocht.

In de kerk waren 3 sessies “kerstliederen zingen met en zonder kinderen van samen zingen” onder begeleiding van orgel en fluit en viool en wat slagwerkers van de harmonie. De dirigent van het kerkkoor en het koor van oude knarren was er. maar ook een popzangeres. Geloof in muziek! Kom binnen. Zingen is voor iedereen.(ook voor ongelovigen) stond er in zwierige letters bij de ingang.

Om 5 uur ging er een dorpsomroeper door de straat. De kramen waren haast leeg.
Komt allen naar het kerkplein “komt allen tezamen”
De oudste inwoner van het dorp klom stond op een verhoginkje van de kerk.
Leef lui van Ikkelder

Ik ben emotioneel van ons prachtige dorp.
Nooit durfde ik te denken dat we Ikkelder zo mooi op de markt konden zetten.
Van de opbrengst -en ik verzeker u allen, die is onverwacht groot-
zullen we een prachtige dorpstuin inrichten waar iedereen kan genieten van bloemen en kruiden en verder zullen we er Ikkelder aan tafel uit bekostigen. Daarover meer in het nieuwe jaar..


Dan wil ik nu naar voren roepen Geert Vermeulen Anja Jacobs en Jos Pastoors, Ari Smeets Marieke Jansen en onze dorpsoma: Mietje Molenaar.
3 winnaars van de kerststallenwedstrijd en 3 schrijvers in den dop!
Prijzen werden uitgedeeld onder luid applaus.
We hebben talent hier in het dorp.
Ik wil zo vreselijk veel mensen bedanken, er is geen beginnen aan. En daarom….
daarom begin ik gewoon niet, ik noem geen namen.
Ik zeg gewoon: ons dorp leeft, ons dorp bruist, Ikkelder….bedankt!!!!!
Een stormachtige bijval klonk op, de handen gingen op elkaar trompetten schetterden, er werd gefloten en hoera geroepen.

En tot slot vraag ik aan de harmonie die zich hier zojuist heeft opgesteld om nog wat te spelen waar wij bij kunnen zingen.
En……
Ik hoop dat we velen van u, van jullie dit jaar ook op kerstavond in de kerk kunnen begroeten. De kerk is van het dorp en als je niet gedoopt bent of niet meer gelooft geloof die ene avond dan toch in elk geval in ons dorp, i de vrede en in de muziek, in de kracht van samenzijn.

Er werd geklapt en 20 minuten lang zongen velen de longen uit het lijf. De organisatie, moe maar voldaan ruimde fluitend op.
Er werd nog uren geteld….. zoveel? Niet te geloven.
En kerstavond was in lange tijd niet zo mooi geweest als dat jaar na de kerstmarkt.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.